woensdag 2 juli 2014

Bomans: Vespa



Bomans. Portret van een levenskunstenaar - Athenaeum Boekhandel



 “Stel u voor: een plankje, met daaronder twee wieltjes en erop een gemakkelijk fauteuiltje. Men gaat in dit fauteuiltje zitten, drukt op een knop en hoort een gezoem, als van een wesp die tegen een raam gonst en er niet uit kan; vervolgens draait men een krukje om waarop het cijfer 1 staat en rolt statig de wijde wereld in. Het kan ook sneller. Dan draait men naar cijfer 2. Maar wie de wind om zijn hoofd wil voelen en de aarde in langzaam wentelende cirkels om zich heen zien wervelen, die kiest het cijfer 3. En daar gaan we dan, berg op, berg af, dwars door het land, dat Italië heet. Soms houdt het gezoem op. Verontrust u niet. Er is op gerekend. U draait een kraantje open, waarop ‘riserva’ staat en gonst tevreden verder. U moet nu wèl uitkijken. Zodra u een blinkend apparaat ziet, waaraan een slang bevestigd is, houdt u stil. Er treedt een bijzonder beleefde man naar voren, voorzien van een witte pet, bruine handschoenen en het vaste voornemen u ter wille te zijn. Laat hem rustig begaan, hij heeft het goed met u voor. Hij schroeft een dop achter uw fauteuiltje los, steekt daar een slang in en laat een heldere vloeistof naar binnen stromen. U zult het niet geloven, maar dit is voldoende: u kunt nu weer uren doorgonzen. In ruil hiervoor verlangt hij niets dan enige beduimelde papiervodden, die u in overvloed bij u hebt. (..)

Eén fout moet u met zorg vermijden. Het is de fout, die de meeste mensen maken. Zij noemen die heldere vloeistof benzine, die vodden geld en het fauteuiltje een Vespa. Het vreemde gevolg hiervan is, dat zij ophouden zich te verbazen. Misschien is in deze zonderlinge wereld dit wel het meest verbazingwekkend: de bereidheid van de mensen, om in ruil voor een paar woorden hun verrassing prijs te geven. Als bij Andersen een student in een vliegende koffer naar Turkije vliegt, bij Grimm een tovenaar over een afstand van honderden kilometers met iemand kan spreken of in Moeder de Gans de boze stiefmoeder het beeld van Sneeuwwitje in een spiegeltje ziet, dan noemen wij dat een sprookje. Nu deze wonderen gerealiseerd zijn, noemen wij het een straaljager, een telefoon en een televisie-apparaat. Het is wel duidelijk, dat dit aan het sprookje niets verandert. Wij leven inderdaad in een sprookjesachtige tijd: wij hebben het alleen niet in de gaten. De poëzie van de moderne techniek ontgaat ons. Eerst als wij, gelijk ik hierboven deed, haar uitvindingen omschrijven in de termen, die Andersen zou gebruikt hebben, wordt het bijna ongeloofwaardige van de omstandigheden, waarin wij leven, ons bewust.” (Bomans is in 1954 op een Vespa van Rome naar huis gereisd.) 

Bomans en Rome

Geen opmerkingen:

Een reactie posten